‘Tiny house of woonboerderij?’

Wat was het mooi, mijn zestigste verjaardag groots vieren. Ik had een strandtent afgehuurd die cocktails en zomerse hapjes serveerde en een dj die zomerse muziek draaide. De kakelbonte jurkjes en shirts van de gasten deden het goed bij het thema, Hawaii, en de opblaaspalmen waren een bron van vreugde voor de kleintjes.

Het diverse gezelschap overziend, realiseerde ik me hoe versnipperd je leven raakt door ander werk, verhuizingen en beëindigde relaties. En hoezeer mensen daardoor uit je leven wegdrijven.

Ik dacht aan de ruim twintig jaar die me statistisch gesproken nog resten. Voor de generatie van mijn ouders was het doodnormaal dat ze getrouwd en samenwonend op het (gedeelde) graf af stevenden. Maar in één generatie zijn we van een stelletjesland in een alleenstaandenland veranderd. Ik doe daar netjes aan mee. Ik heb veel meer tijd alleen gewoond dan samen en ben na een huwelijk en diverse relaties weer single. Die andere zekerheid uit de tijd van mijn ouders, dat de route naar de dood via het bejaarden- en verzorgingshuis liep, is inmiddels óók afgesneden.

Mijn woon- en zorgtoekomst liggen dus als een onbeschreven blad voor me. Eén ding weet ik zeker: het appartement waarin ik neerstreek na mijn scheiding, op fietsafstand van mijn ex, is niet de plek waar ik oud word. Het liefst zou ik helemaal buiten, midden in de natuur, willen wonen. Als ik mijn appartement verkoop, ligt een boerderijtje in een krimpgebied binnen handbereik, als ik aardschokken op de koop toeneem zelfs een herenboerderij.

Maar wat heb ik in Groningen of Limburg te zoeken? Ik vermoed dat je er, als je er geen familie of roots hebt, altijd buitenstaander blijft. Wil je geen kluizenaar worden, dan zul je er in gezelschap moeten neerstrijken. Een partner? Dan moet ik die eerst hebben. En ze moet ook nog hetzelfde woonideaal hebben. Het kost me al moeite genoeg om langer dan een paar jaar bij elkaar te blijven. Nee, voorlopig zie ik twee andere wegen:

  • Ik verkoop mijn appartement en koop een tiny house dat ik neerzet op een mooi terrein met andere tiny houses waar mensen wonen die me aanspreken.
  • Ik koop met een groep mensen een grote boerderij waar we plek voor onszelf én gedeelde voorzieningen hebben.

Ik zit nu in de fase van het uitzoeken, experimenteren en bespreken. Op verjaardagen is het een terugkerend gespreksonderwerp. In vakanties probeer ik allerlei woonvormen uit. En met een tiental vrienden en bekenden ben ik een paar keer een weekend in een boerderij neergestreken.

Met de zorg die ik nodig zal hebben, houd ik me nauwelijks bezig. Maar met twee dochters die uit een land komen, Colombia, waar je ouders verzorgen heel gewoon is, zit ik natuurlijk gebeiteld. Toch? Wacht, willen zij eigenlijk wel landelijk wonen? Misschien moet ik ze daar toch eens naar vragen. Wordt vervolgd…